Uw melder testen en onderhouden
Alle melders moeten regelmatig worden getest, om er zeker van te zijn dat deze correct werken.
Richtlijnen en best manier voor testen zijn:
1. Nadat het systeem is geïnstalleerd.
2. Een keer per maand daarna.
3. Na langere afwezigheid van de woning (bijv. na een vakantie).
4. Na reparatie of onderhoud van een van de melders of huishoudelijke elektrische werkzaamheden.
5. De volledige gebruiksaanwijzing onder aan deze bladzijde.
Controleer of de groene led stroomindicator continu brandt. (ii)
Controleer ook of er geen storingen zijn, d.w.z. GEEN knipperende groene, gele of rode led (als dit het geval is moet u de indicator overzichtstabel raadplegen) of iemand van de technische commissie vragen.
Inspectie- en testprocedure Voeding controleren Test Controleer of er een groen lampje brandt op de afdekking
Houd de Test-knop 10 seconden ingedrukt en controleer of het alarm klinkt. Hiermee wordt de werking van de sensor, elektronica en claxon getest. Het alarm stopt als de knop wordt losgelaten.
Het indrukken van de Test-knop simuleert rook en/of hitte en is daarom de beste manier om te controleren of de melder correct werkt.
Alleen door gekoppelde melders - Test de eerste melder door de Test-knop 10 seconden ingedrukt te houden. Nadat de eerste claxon klinkt moeten alle melders binnen 10 seconden klinken. Na het loslaten van de Test-knop, stopt de plaatselijke claxon direct en blijven de door gekoppelde melders nog 3-4 seconden klinken. Deze functie is een geluidsverificatie dat de doorkoppeling in orde is.
WAARSCHUWING: NIET TESTEN MET VLAM Dit kan de melder in brand zetten en de woning beschadigen. Wij adviseren ook om niet te testen met hitte, aangezien de resultaten misleidend kunnen zijn, tenzij juiste apparatuur wordt gebruikt.
Voor technische (Raadpleeg de indicator overzichtstabel als de rode of gele led knippert) zie volledige gebruiksaanwijzing onderaan de pagina.
Brandmelder Reinigen Reinig uw melder regelmatig. In stoffige ruimtes kan het nodig zijn om de melder vaker te reinigen. Gebruik het smalle mondstuk van uw stofzuiger om stof, insecten en spinnenwebben te verwijderen van de zijkanten en afdekkingsgleuven waar de luchtstroom naar binnen gaat. Reinig de buitenste afdekking door deze af en toe met een schone, vochtige doek af te vegen en vervolgens goed te drogen met een pluisvrije doek. Gebruik geen reinigingsmiddelen, bleekmiddelen, afwasmiddelen of poetsmiddelen, waaronder die in spuitbussen. Stofzuigen Stofzuig rond de ventilatiegaten aan de zijkant om te reinigen Schoonvegen Veeg de melder schoon met een schone, vochtige doek en droog grondig zie hieronder.
WAARSCHUWING: Verf uw melder niet. Behalve de hierboven beschreven reiniging, is ander onderhoud door de klant niet nodig. Onderhoud of reparaties moeten worden uitgevoerd door de fabrikant. Alle melders zijn gevoelig voor het binnendringen van stof en insecten, wat kan leiden tot foutieve alarmen of een defecte melder. In bepaalde omstandigheden kunnen verontreinigingen zich ondanks regelmatige reiniging ophopen in de rooksensorkamer, waardoor de melder klinkt of defect raakt. Wij kunnen niets doen aan verontreiniging, aangezien deze volledig onvoorspelbaar is en beschouwd wordt als normale slijtage. Om deze reden valt verontreiniging niet onder de garantie
Voor Technische personen. Controleer de werking van de back-up batterij direct na installatie en vervolgens minimaal eenmaal per jaar als volgt:- Schakel de netvoeding uit op de verdeelkast en controleer of het groene indicatorlampje nu knippert (1 keer per 48 seconden) om aan te geven dat de melder nu op de reservebatterij loopt.- Houd de Test knop gedurende 10 seconden ingedrukt en controleer of de claxon goed te horen is.- Controleer de melder gedurende 3 minuten op storingspiepjes en/of knipperende gele led foutindicator (zie tabel “Storingsmodi” om te kijken wat u in dat geval moet doen. Schakel de netvoeding weer in op de verdeelkast.
volledige gebruiksaanwijzing vind je hier Gebruiksaanwijzing-Ei3014-Ei3016-en-Ei3024